Positieve energie als motor van de transitie: redesign.life en Arnhem Electricity Week bouwen aan maatschappelijke coalitie

“Iedereen voelt dat we moeten veranderen, maar dat lukt alleen als mensen zich betrokken voelen, als het leuk is, tastbaar en betekenisvol,” zegt Peter-Paul Laumans, oprichter van redesign.life Foundation. “Onze aanpak is gericht op het stimuleren van positieve ervaringen die het denken verbreden, het vertrouwen versterken en duurzame keuzes aantrekkelijk maken.”

De maatschappelijke programma’s van redesign.life richten zich op leerlingen, gezinnen en lokale gemeenschappen, en zijn ontworpen om op een laagdrempelige en aansprekende manier maatschappelijke veranderingen zichtbaar en voelbaar te maken. Onderzoek wijst uit dat positieve belevingen leiden tot de aanmaak van oxytocine, het zogenoemde ‘gelukshormoon’, wat motivatie, openheid en veranderbereidheid stimuleert. Precies dát is cruciaal voor het creëren van breed draagvlak voor de grote transities van deze tijd. redesign.life doet dit op plekken waar je het misschien niet direct verwacht: op grote publieks- en B2B-events, in het onderwijs, in de wijk en zelfs in het theater.

“De energietransitie vraagt om vakmensen én om vertrouwen,” zegt Mark Spijker, initiatiefnemer van Arnhem Electricity Week. “We moeten mensen meenemen in het verhaal achter de techniek. Wat redesign.life doet, raakt precies die kern, en daarom ondersteunen wij deze samenwerking van harte.”

De Arnhem Electricity Week is een uniek platform waar techniek, energie, kunst, educatie en samenleving samenkomen. Door als strategische partners op te trekken, willen beide organisaties hun impact vergroten en publieke én private partijen uitnodigen om zich aan te sluiten bij deze maatschappelijke coalitie.

“Alleen door samen te werken, en dus ook samen te investeren, kunnen we van onderop het verschil maken,” besluit Laumans. “We brengen sectoren en mensen bij elkaar. Niet via activisme of abstract beleid, maar via tastbare, positieve ervaringen. Want daar begint écht draagvlak.”